De gewoonte om een shirt onder de bovenkleding te dragen bestaat al heel lang. In eerste instantie bestond de onderkleding uit een boven- en onderstuk dat aan elkaar vast zat en met knoopjes sloot en gaandeweg werden die twee uit elkaar gehaald waarbij de bovenkant lang genoeg werd om ook in de broek te blijven zitten. De eerste T-shirts zonder knoopjes gaan terug tot begin 1900 en werden door het Amerikaanse marine gebruikt als onderkleding voor onder het uniform om zo de kleding te beschermen. De onderhemden waren gemaakt van een goedkoper materiaal wat lekker dun was, goed vocht absorbeerde en goed gewassen kon worden. Vandaar ook de kleur wit, beetje bleek erbij en alle vlekken waren weg en de shirts waren weer wit.
Zoals bij de meesten ondertussen wel bekend is de naam T-shirt was ook niet al te lastig om te bedenken. De vorm van een T-shirt lijkt op de hoofdletter T als je het neerlegt.
Het T-shirt werd steeds meer geaccepteerd als kledingstuk wat niet alleen onder de kleding gedragen kon worden maar ook gewoon als bovenkleding. Marlon Brando in A streetcar named Desire was hierbij de trendsetter die als eerste een wit T-shirt op het witte doek droeg als bovenkleding. James Dean is een andere bekende acteur die het imago van het witte T-shirt enorm positief heeft beïnvloed. Vanaf de ’60 er jaren waren het de gekleurde T-shirts met op druk die immens populair werden, maar die het witte T-shirt nooit van hun plek hebben gestoten.
Witte T-shirts worden door de meeste mannen nog steeds dagelijks onder hun kleding gedragen. Het is niet alleen prettig om een extra laagje aan te hebben in ons klimaat, maar het zorgt er ook voor dat de bovenkleding niet direct in aanraking komt met de huid wat fijn is voor bijvoorbeeld transpireren. Vooral bij overhemden is het fijn als het ondershirt het meeste transpiratievocht opvangt zodat de gele plekken onder de arm en in de nek voorkomen kunnen worden. Ook is het mooi om een T-shirt aan te hebben onder een overhemd wat doorschijnt.